In de 19e en 20e eeuw zonden kerken en genootschappen honderden zendingswerkers uit naar verre landen. Dit boek gaat over de voorbereidende opleiding van deze pioniers. Wat leerden zij? Welke visie lag ten grondslag aan het curriculum? Al in de 17e eeuw erkenden kerkbestuurders, dat naar Nederlands-Indië vertrekkende predikanten aanvullende opleiding nodig hadden. Het zou echter pas in 1816 tot een blijvend scholingsaanbod voor zendingswerkers komen. Het niveau van zendingsopleidingen was aanvankelijk laag, maar aan het eind van de 19e eeuw was dit sterk verbeterd. In de 20e eeuw lieten de opleidingen bij voorkeur academisch gevormden toe.Zendingsopleidingen zoals de Nederlandse Zendingsschool (Rotterdam), het gereformeerde Zendingsseminarie (Baarn) en het Hendrik Kraemer Instituut (Oegstgeest) kenden in de vorige eeuw een periode van grote bloei. De schrijvers brengen niet alleen de groei in kaart, maar schetsen ook de neergang. Desalniettemin bepleiten zij het belang en de urgentie