"Wees gerust, ik ben géén francofiel met zo'n tricolore loftrompet. Ik heb nooit gesnapt waarom zo ontelbaar veel miljoenen hun liefdesrelatie uitventen zodra 'La Douce France' op verjaardagen aan de orde wordt gesteld", schrijft Peter Hooft. Tegen zijn zin emigreerde hij naar de diepe Provence waar hij belandde in een achenebbisj boerengehucht uit lang vervlogen tijden. Met iets van 700 inwoners. Wijngaarden, olijvenplantages en de vaak onbarmhartige zon. Plus tomeloze regen en gruwelsneeuw. Maar ook een café dat hij al snel als de 'huiskamer' van het dorp ontdekte. Hij laat in dit boek zien hoe dat ging: een beetje vertrouwd raken met die heel andere, lekker zorgeloze mentaliteit van mensen die hij in het begin vanwege hun Provençaals dialect amper kon verstaan. Een soms ironische schets van een raar avontuur, van de kennismaking met eigenwijze mensen in een best mooi gehucht dat uiteindelijk voor Hooft tóch zijn dorpje werd. En nee, liever niet nóg meer toeristen. En nee,