Tobias Timp, dertien jaar, verhuist met grote tegenzin vanuit de stad naar het eenzame gelegen dorp Quillen, waar zijn vader een nieuwe baan heeft gevonden. Tobias heeft geen moeder en geen broers of zussen. Hij vindt het vreselijk zijn vrienden in de stad te moeten achterlaten. In Quillen krijgt hij gelukkig al snel nieuwe vrienden. En die heeft hij hard nodig, zo blijkt, want in het dorpje Quillen gebeuren rare dingen. Er verschuilen zich geheimzinnige en duistere krachten die hem letterlijk naar het leven staan. Hij komt in contact met de wicca Patricia, een goede heks. Hij ontdekt dat hij en zijn vrienden allen bovennatuurlijke gave hebben. Langzaam komt Tobias er achter dat zijn komst naar het dorp niet geheel toeval is geweest. Maar dat roept alleen nog maar meer vragen op. Wat is de betekenis van de letter M? Waarom zijn de katten zo agressief? Wie liggen er in het graf bij de kerk? Waarom doet de flipperautomaat zo raar? Wie was de geheimzinnige koopman? En wie, of wat