Julia altijd van droomde. Als klein stadsmeisje droomde ze er al van met de kermis mee te mogen trekken en toen ze verliefd werd op Pascal, de jongen van de zweefmolen, werd haar droom waarheid. Ze krijgen twee dochtertjes en vormen een hecht gezin dat met de zweefmolen, een schiettent en een mooie salonwagen van kermis naar kermis trekt. Julia geniet nog elke dag van dit bestaan en heeft er geen spijt van dat ze voor Pascal en dit leven gekozen heeft. Ze is er echter wel haar ouders door verloren, want vooral haar moeder keek erg neer op kermismensen en stond het haar niet toe met Pascal mee te gaan. Daar is Julia soms wel verdrietig over, dan mist ze haar moeder en verlangt ze naar haar vader. Gelukkig heeft ze haar schoonouders, twee lieve mensen die veel op de kinderen passen als Julia en Pascal op de kermis staan. En tot haar grote vreugde heeft ze wel weer contact met haar enige zus. Pascal weet hoeveel verdriet het Julia doet dat ze haar ouders nooit meer ziet of spreekt en is