Nu stil geluk zich in het raam laat vangen,de rust van gevels, bomen, rode daken,begin ik ervan overtuigd te rakendat deze zomer lang zal blijven hangen.En wat een wens was, wordt een sterk verlangen,een wil om dit geheim niet kwijt te raken,om dit moment tot een eeuwigheid te maken,dit schilderij dat nooit wordt opgehangen.Toch voel ik dat er te veel onrust dreigt.Ik zal vertrekken als de zomer zwijgt,het einde komt, en ik doe er niets tegen.Het duurt niet lang meer voor de herfst begintte trekken aan de takken: harde windzal straks het stof weer uit de straten vegen.