Als Niéléni geen gierst stampte, kookte ze wilde rijst, ging zij water of hout zoeken, deed de was in de rivier of maakte het erf schoon. Niéléni ging niet naar school....Op een dag ontving ze een brief van haar oom en vroeg ze aan haar broers of zij hem aan haar wilden voorlezen. Ze maakten haar belachelijk en probeerden haar mooie postzegel af te pakken. Toen ging Niéléni naar het oosten van het oosten, naar een grote boterboom die betoverd was, en waarin ze besloot te blijven leven.