Het is een van de fascinerendste verhalen uit de wereldgeschiedenis: van Rome dat in de vierde eeuw transformeerde van multireligieuze hoofdstad tot pauselijk centrum. Een kleine religieuze gemeenschap, het christendom, werd in korte tijd een dominante religie, die een allesbepalende invloed zou krijgen op de westerse wereld. De ommekeer werd vooral mogelijk dankzij één persoon: keizer Constantijn de Grote. In 312 droomde Constantijn dat hij zou overwinnen als hij openlijk steun betuigde aan de christelijke god. Zo geschiedde: onder christelijk vaandel versloeg hij zijn rivaal Maxentius bij de Milvische Brug nabij Rome. Binnen enkele jaren liet hij monumentale kerken verrijzen in de stad. Christelijke kunst werd zichtbaar: Bijbelscènes, martelaren, Christogram, kruis. In dit boek komen ze voor op fresco's, sarcofagen, goudglazen en munten. Een apart hoofdstuk met latere kunstwerken toont de bestendigheid van het christendom aan.