Fritz Tauber (1906-2004) kwam met zijn vrouw Helene als legale joodse emigranten in 1938 uit Oostenrijk naar Nederland. Maar ook hier zouden zij niet veilig zijn voor de nazi's. Op 18 november 1942 werden zij opgepakt en naar kamp Westerbork gestuurd. Dankzij hulp van buitenaf werden de Taubers vrijgelaten. Hoewel het er eerst niet op leek, kwam er in januari 1943 een onderduikplek. Na meer dan twee jaar ondergedoken te hebben gezeten in Friesland volgde op 17 april 1945 de bevrijding. Op zijn eerste onderduikadres heeft Fritz Tauber de gebeurtenissen in de periode november 1942 - zomer 1943 vastgelegd. Indringend geeft hij een beeld van de jodenvervolging en hoe daarop werd gereageerd. En niet vaak is van kamp Westerbork in de hectische herfst van 1942 zo'n scherp beeld gegeven als in dit boek.
