Andries Korhof is de enige zoon van de baas van de houtzaagmolen "De Grienduil". Het is zijn taak om balken uit het balkgat gereed te leggen om gezaagd te worden in de molen. De eigenaar, de heer Van Valkenmade, beslist vaak dat er op zondag moet worden doorgewerkt. Dat is vader Korhof tot groot verdriet, maar hij durft er tegenover zijn baas niet mee voor de dag te komen. Andries wordt door een jaloerse leeftijdgenoot verraden bij het stropen. Op heterdaad betrapt, moet hij zijn geweer inleveren en zijn vader betaalt de boete voor hem. De verhouding met zijn vader wordt zo slecht dat hij naar Amsterdam vertrekt om in de havens te gaan werken in de houthandel. Daar krijgt hij een goede vriend die hem buitenlandse talen leert. Hij wordt bevorderd als onderbaas. De schipper van "De Maasstroom", de vader van zijn vriend Rolf, maant hem evenwel naar huis terug te keren en maakt hem duidelijk dat zijn vader altijd het goede met hem heeft voorgehad. Andries weigert om op het voorstel van de