Kapitein Adriaan ter Born woont samen met zijn vrouw en dochtertje in "Schuilduin" aan de Noordzeekust bij Katwijk aan Zee. De uit Zeeland afkomstige zeeman wordt echter door de enige broer van zijn vrouw niet geaccepteerd. Tijdens het afscheid nemen van zijn schoonvader gaat het mis. De stomp die zijn zwager hem geeft, beantwoordt Adriaan met een geweldige duw, waardoor deze als dood neervalt. Door de paniek een doodslag te hebben begaan, vlucht Adriaan de zee op. Op de koraalriffen voor Sumatra, een Indonesisch eiland, vergaat zijn schip "De witte Gier". Alleen Adriaan blijft gespaard en neemt een nieuwe naam aan om onvindbaar te zijn. Zijn vrouw blijft in groot verdriet achter in de waan weduwe geworden te zijn. Ter Born sluit vriendschap met de Amerikaanse kapitein die hem gered heeft en blijft op zijn schip de "Arrow". Dan ontmoet hij zijn schoonzoon die hij uithoort over zijn familie. Adriaan keert terug naar zijn vaderland en zoekt zijn dochter op in de Katwijkse duinen. Dan