Slavoj Zikek geeft in Schuins beziend op originele en provocerende wijze een uitleg van de psychoanalytische theorie van Jacques Lacan. Hij laat zien dat Lacans gedachtengoed niet altijd hoeft resulteren in eindeloze abstracties, maar daarentegen een theoretisch kader biedt om aspecten van onze moderne cultuur te verklaren. Zizek legt de lacaniaanse theorie uit met de 'film noir' en met onder andere Hitchcocks films Vertigo en The birds; ook Shakespeare, Kafka en de cultfilm Robocop komen ter sprake. Hij laat de beperkingen zien van het poststructuralisme en analyseert aspecten van de moderne bureaucratie en democratie. In navolging van Lacan neemt Zizek de fundamentele gespletenheid in de menselijke subjectiviteit - aangevuld met fantasie en ideologieën - als uitgangspunt (het 'reële' of 1 object petit a').