Hilde Plaetinck treft na een bezoek aan Kinepolis een verwaarloosde vrouw aan op de achterbank van haar auto. Ze biedt de sukkel een lift aan. Een daad van barmhartigheid die ze bijna met het leven moet bekopen. Amper van haar emoties bekomen, beseft ze dat ze wordt gestalkt. Als ze gaandeweg ervaart dat ze helemaal op zichzelf aangewezen is en dat er niemand is die haar tegen dit sluipend gif kan beschermen, wordt de politie ingeschakeld. p Jozef Van Cleynenbreughel, de stalker, wordt op heterdaad betrapt en tijdens een bloedstollende gijzelingsactie doodgeschoten. Was hij de stalker? Er worden geen harde bewijzen gevonden en de onzekerheid begint te knagen, tot Deleu ontdekt dat Van Cleyenbreughel een minnares had. Maar het wordt pas luguber als blijkt dat de minnares die op een beestachtige manier vermoord werd, als twee druppels water op Hilde Plaetinck leek.Was Van Cleynenbreughel een labiele huisman of was hij een gewetenloze seriemoordenaar? Hoe dieper Deleu graaft, hoe meer