Léonie woont samen met haar oma, Mama Lucie, in Audan, een dorp in het zuiden van Frankrijk. Mama Lucie is een kruidenvrouw, maar de dorpelingen vertellen dat ze een heks is, zoals alle vrouwen in haar familie, voor en na haar. Wanneer de familie van Colin voor de vakantie haar intrek neemt in de sinds jaren onbewoonde Villa Theotime, raakt Léonie met de jongen bevriend. Samen met Colin gaat ze op onderzoek uit in een grot. Daar vinden ze magische tekens die duidelijk maken dat de grot ooit was gewijd aan Epina, de godin van de paarden. En dan duikt daar ook een gewond paard op. Tussen Léonie en het paard ontstaat al vlug een magisch-instinctieve band...