Soraya woont met haar vader en moeder in het kleine dorpje Radyro. Regelmatig trekt haar vader naar de ver weg gelegen grote stad om daar wat geld te verdienen zodat ze eten kunnen kopen. De levensomstandigheden in het dorpje zijn ronduit slecht. De vader van Soraya komt in contact met medewerkers van UNICEF en weet ze ervan te overtuigen dat er dringend hulp nodig is in zijn dorp. Dan gebeurt er iets vreselijks. Op de terugweg uit de stad verongelukt hij. Ondanks het verdriet over de dood van haar vader is Soraya ook dankbaar, omdat hij ervoor heeft gezorgd dat het dorp hulp krijgt. UNICEF zorgt voor de aanleg van een waterput, medische hulp en onderwijs. Soraya is erg onder de indruk en wil graag hetzelfde werk gaan doen als de UNICEF-medewerkers. Na een reeks van gebeurtenissen bereikt Soraya toch haar doel: ze kan in Nederland een opleiding gaan volgen en ze weet zeker dat haar vader daar trots op zou zijn.
