Je kunt bewegen omdat je spieren, botten, hersenen en zenuwen met elkaar samenwerken. Sommige spieren zorgen ervoor dat je beweegt door aan je botten te trekken. Zij zorgen ervoor dat je bepaalde delen van je lichaam kunt bewegen, zoals je armen en benen. Het skelet houdt het lichaam overeind en geeft het vorm. In dit boek lees wat voor soorten spieren je hebt, en hoeveel botjes je in je lichaam hebt.