Baruch (of Benedictus) de Spinoza legt in de 17de eeuw de basis vooreen radicaal nieuwe kijk op mens en samenleving. Hij tracht de mens tebegrijpen zoals hij is, niet zoals hij zou moeten zijn; de mens niet (ver)oordelen, maar onderzoeken, als een deel van de natuur. Met zijn naturalismeanticipeert Spinoza op het darwinisme: hij schetst de mens alseen wezen dat vooral zijn voortbestaan ('conatus') nastreeft.Toch kan het menselijke handelen niet herleid worden tot het rationeelnastreven van het eigen nut. De menselijke conditie vat Spinoza niet intermen van eigenbelang. De blije, gelukkige mens is juist niet zelfzuchtig,maar vrij en geëngageerd tegelijk. Blijheid betekent hier niet loutereen gemoedsstemming, of een gevoel, maar de keuze voor een actiefleven tegenover een passief ondergaan van de aandoeningen.'Blijheid' en de 'conatus' zijn twee centrale begrippen in Spinoza's Ethica.Deze bundel exploreert de rijkdom van dit complexe werk en toont deactualiteit van Spinoza's