Het angstzweet breekt Johnny uit. Vervloekte mist! Je ziet geen hand voor ogen op deze godverlaten snelweg. Straks knalt hij nog ergens tegenaan met de gestolen Mercedes. Waarom is hij zo stom geweest die klus van Mefisto te aanvaarden? Voor het geld natuurlijk. Maar nu smokkelt hij wel in het holst van de nacht een partij coke naar Smurry's Eiland, in de buurt van Asse. Johnny is achttien en blut. Tijdens zijn helse rit naar Asse doemen in de mist een aantal vreemde personages op. Stuk voor stuk lijken ze hem te willen tegenhouden. En waarom zwijgt nu de stem van zijn dode grote broer Bob? Spookrijders kan je lezen als een moderne parabel over goed en kwaad, als een rock song met strofen en refreinen of als een griezelig road story.