Ik zie het kind in de baan van de wielen staan. Het kind met de dood in de ogen. Dat beeld strijdt om voorrang met het beeld van Stella, mijn dochtertje. Het is als kinderen die elkaar in een grimmig spel van de top van de heuvel proberen af te duwen. Alsof er daar geen plaats zou zijn voor twee. 'Stof zijt ge en tot stof zult ge wederkeren.' Het begon allemaal zo mooi. Een in zichzelf gekeerde man krijgt een vriendin. Het gelukkige koppel krijgt een kind. Dat verandert hun hele leven. Het kind huilt veel, maar de ouders houden van Stella. Hun hart breekt als de kleine onverwacht overlijdt. Een tijd van verdriet en van grote spanning breekt aan. De tragische dood van Stella en de verbijsterende oorzaak van haar overlijden zorgen voor verwijdering. Een scheiding is een feit. Pas een hele tijd later lijkt er weer plaats voor geluk. De vader krijgt een nieuwe relatie. Kan hij nog wel gelukkig zijn? Waarom kan hij niet echt rouwen als de dochter van zijn nieuwe vriendin ook onverhoeds