Jakob Knubbe woont in Noord-Brabant in de grensstreek met België. Misoogsten dwingen hem om op 'Strumpelkenshoef' bij Strumpele Gard om hulp aan te kloppen. Deze eigenaardige bewoner van het boerenlandhuis geeft hem een paard mee onder voorwaarde dat hij het dier voor een bepaalde datum zal moeten betalen of weer zal moeten afstaan. De nood klimt zo hoog dat Jakob Knubbe, ondanks de weerstand van zijn vrouw, gaat smokkelen. Het lukt hem inderdaad het paard te betalen. Wanneer hij 's nachts zijn broer net over de grens opzoekt om afstand te doen van zijn geweer, wordt de trouwe veldwachter Lubach neergeschoten door Arend van Lingen. Jakob komt daar echter voor in de gevangenis terecht. In de rechtszaal wordt de moord opgehelderd. Jakob krijgt zijn vrijheid terug. Voor Strumpele Gard breekt er een kritiek ogenblik aan wanneer door het onweer zijn bezittingen verbranden en zijn enige dochter Waldien in het rokende huis om hulp roept. De eerst zo trotse eigenaar van Stumpelkenshoef leert