Stefaan van den Bremt behoort tot die zeldzame dichters die bundel na bundel een hoog niveau weten te koppelen aan een grote dichterlijke productiviteit. Zijn twee voorgaande bundels, Verbeelde boedel (1995) en Een vlieg met gouden vleugels (1997), werden door de literaire kritiek in Nederland en Vlaanderen alom geprezen. In dit nieuwe boekje zijn in zeven cycli 56 gedichten samengebracht, die alle op hun manier iets zeggen over de tijd.