Tai chi chuan vindt zijn oorsprong in de Ming-dynastie (1368-1644) waar het binnen taoïstische kringen tot ontwikkeling kwam. Eeuwenoude gezondheids- en ontspanningstechnieken zoals soepelheids- en ademhalingsoefeningen alsook meditatieve trainingen werden gecombineerd met al even oude aanvals- en verdedigingstechnieken. Hieruit ontstond een nieuwe en zeer efficiënte vecht- en gezondheidskunst die we vandaag kennen als tai, chi chuan. Dit boek geeft een compleet en duidelijk beeld van tai chi chuan als gezondheidskunst én als martiale kunst.