Op 2 november 2004 stierf Theo van Gogh door het mes van een op hol geslagen Islamitische fundamentalist. Als ik het als scène voor een film zou hebben verzonnen, zou Van Gogh me kraaiend van genoegen hebben gebeld: Briljant! Navrant genoeg waren zijn laatste woorden aan mij: Ik ben blij dat de Here me van jou heeft verlost! Dat betrof een meningsverschil over onze laatste film 0605 waarin hij de foto van de stervende Pim Fortuyn wilde monteren en ik niet. Nog geen week later lag hij zelf dood op het plaveisel. Nooit meer Van Gogh. Nooit meer de etterbak, de geniale interviewer, de briljante columnist, de vleesgeworden ijdelheid, de beste vader denkbaar, de grootste drinkebroer, de gedreven regisseur, de snurkende toehoorder, de geestige vakantiepartner, de onverzoenlijke driftkop, de wandelende encyclopedie... Nooit meer die witte buik onder een aangevreten T-shirt, nooit meer een over de bilspleet gezakte spijkerbroek, blote voeten in afgetrapte schoenen, een plastic tas bomvol