Tante Bettina was iemand die zich door geen enkele omstandigheid of persoon van haar voornemen liet afbrengen. Daarin werd ze duidelijk geleid door de Schepper van hemel en aarde.Geboren in Suriname in 1905, als kleinkind van een Joodse plantageeigenaar en zijn van negerslaven afstammende dienstbode, werd ze al jong wees. Ze wordt misbruikt, maar toch ziet ze kans om de opleidingen voor onderwijzeres en verpleegster te voltooien. Een krachtige vrouw dus. Daarna trekt ze naar Nederland.In Amsterdam werkt ze als verpleegster en trouwt met een weduwnaar.Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt ze zelf weduwe. Tijdens de oorlog werkt ze mee in het Verzet en verbergt acht Joodse onderduikers in haar woning. Na te zijn verraden komt ze terecht in de hel van Dachau, die ze op wonderbaarlijke wijze overleeft."Onkruid vergaat niet", was haar motto.Na de oorlog treedt ze opnieuw in het huwelijk.In haar huis, aan de Harmoniehof, ontstaat een vrolijke drukte door het inwonen van