Technologie vormt de motor van de economische groei. Al geruime tijd vormt technologie daarom een onderwerp van overheidsbeleid. Verschillende soorten maatregelen zijn toegepast, met uiteenlopende effecten. Toch worden leereffecten die met eerder beleid zijn opgedaan, nauwelijks gebruikt voor het ontwerpen van nieuw beleid. Deze publicatie stelt de ervaringen met beleidsinstrumenten juist centraal. De auteurs gaan na hoe de prioriteiten in het Nederlandse beleid gesteld zijn. De voorkeur van de overheid blijkt uit te gaan naar basisfinanciering van publieke kennisinstellingen. Bij de meer projectgerichte financiering, die kwantitatief veel minder belangrijk is, is er een sterke voorkeur voor specifiek in plaats van generiek beleid. Van zowel generieke als specifieke beleidsmaatregelen worden voorbeelden gepresenteerd. De auteurs bezien steeds de uitvoeringspraktijk en de bereikte effecten. Dit gebeurt voor generieke instrumenten als het Technisch Ontwikkeling Krediet en de fiscale