'Toen eindelijk de dag kwam waarop ik Kaer Morhen mocht verlaten ben ik eropuit getrokken. Ik had toen al mijn medaillon, kijk, dit hier. Het teken van de School van de Wolf. Ik had ook twee zwaarden: een zilveren en een van ijzer. Behalve deze zwaarden droeg ik ook nog overtuiging bij me, geestdrift, motivatie en... geloof. Het geloof in het feit dat ik nodig en nuttig ben. Want de wereld, Iola, zit vol monsters en bestiën, en mijn opdracht is om hen te beschermen voor wie deze bestiën een bedreiging vormen.' Dit zijn de woorden van Geralt van Rivia. Hij is The Witcher, de hekser, een bijzonder soort magiër die is opgeleid om alles en iedereen die door het kwaad zijn voortgebracht te bestrijden. En hier begint zijn levensverhaal, in korte episoden verteld. De verhalen staan los van elkaar, maar zijn via enkele rode draden met elkaar verbonden. Zo komt telkens Geralts geliefde, de heks Yennefer, terug, die wel van hem houdt, maar niet met hem wil leven. En daar heeft ze goede
