Traditionele Nederlandse vaartuigen zijn er in velerlei typen en afmetingen: grundels, bollen, aken, schokkers, hoogaarzen enzovoort. Ze hebben gemeenschappelijke kenmerken, die ze voor toervaren op meren en kanalen zo geschikt maken: de geringe diepgang, de lage, gemakkelijk strijkbare mast, de grote binnenruimte.Toch heeft ook elk type zijn eigen voor- en nadelen. Lezing van dit boek en onderlinge vergelijking van de beschreven en getoonde schepen kunnen degene die een platbodem jacht zoekt, helpen om zijn keuze te bepalen. Onder meer komen aan de orde: gebruiksdoel, vaargebied, zeileigenschappen, zeilervaringen van bemanningen.De volgende schepen worden door Jan Kooijman beschreven:Grundel Enkhuizer bol Friese kajuitschouw Staverse jol Vollenhover bol Zeeschouw Hoogaars Vollenhovense schokker Lemsteraak Het schip dat ligt te wachten