Deze geschiedenis wordt in dit boek beschreven. Omdat het probleem van de verhouding van tijd en geest en centraal probleem was van de tijdsfilosofie in het algemeen, is dit boek tegelijk, vanuit een bepaald perspectief, een geschiedenis van de filosofie van de tijd geworden. Uitvoerige aandacht wordt besteed aan de filosofen die een sleutelrol hebben gespeeld, van Plat, Aristoteles Augustinus tot Heidegger, de neopositivisten en Ricoeur. Een apart hoofstuk is gewijd aan de belangwekkende en intensieve debatten omstreeks 1300. Invloedrijke natuurkundigen als Newton en Einstein komen uiteraard eveneens aan bod.