Tijn gaat met mama op de fiets naar opa en oma. Beer mag mee. Wat is er veel te zien onderweg! Tijn ziet een vrachtwagen. Hij zwaait naar de vrachtwagenchauffeur. Tingelingeling... Daar komt de trein. Tijn ziet een hond in de trein. Kijk eens, Tijn, een boot op het water en daar, eendjes. En wat is dat in de lucht? Een vliegtuig!