Die zondag wordt er een wedstrijd voor luchtballonnen gehouden. Tiny en Jan mogen ook meedoen omdat hun oom zo’n ballon heeft. Voor ze de lucht ingaan moet de ballon worden opgeblazen met warme lucht. De kinderen kruipen snel in de mand en de ballon gaat de lucht in. Ze worden gedreven door de wind. Welke deelnemer komt het verst?