In 2010 viert Argentinië zijn tweehonderdjarig bestaan als zelfstandige republiek. Zo arm als de natie tegenwoordig is, zo welvarend was zij een eeuw geleden. Rond 1900 nam Argentinië een ereplaats in onder de naties van de wereld. Gelokt door de belofte van rijkdom en welvaart trokken honderdduizenden arme boeren en arbeiders uit Duitsland, Frankrijk, Scandinavië en ook uit Nederland naar dit deel van Zuid-Amerika, dat zich in duizelingwekkend tempo ontwikkelde.Historicus Hans Vogel en schrijfster Marjan Smits, die een groot deel van het jaar in Buenos Aires wonen, vertellen over de ontmoetingen en misverstanden tussen de landverhuizers uit de oude wereld en de autochtone Argentijnen, over de onmetelijke vlaktes en de Latijnse mentaliteit.Hun verhalen zijn doorspekt met ooggetuigenverslagen van onder anderen journalisten, schrijvers, diplomaten, dominees en reizigers van ruim een eeuw geleden tot de jaren dertig van de vorige eeuw.