Een poëtisch prentenboek over de band tussen vader en dochter Hoe een meisje ontdekt dat haar vader geen reus is, maar een mens zoals iedereen. Op zijn schouders droeg mijn vader me rond. Ik zag de hele wereld: de mensen, de straten, de bossen en in de verte de zee. 'Je bent nu groter dan ik!' riep hij dan, en lachte. Zijn lach bulderde als onweer in de bergen. Mijn lach rinkelde als los geld dat uit zijn broekzak op de grond viel. Hij wierp me in de lucht, en weer, en weer. Zonder vleugels vloog ik door de hemel.