Maatschappelijke ondernemingen werken zelfstandig en not for profit aan goed onderwijs, goed wonen en goede zorg. Maar het blijft onrustig rond de maatschappelijke onderneming. Regelmatig is er negatief nieuws over misstanden, gebrek aan kwaliteit, financiële problemen en falend toezicht. Daarnaast hebben overheid en politiek moeite om de instellingen los te laten interveniëren op het gebied van beleid, bestuur, codes en beloning. Omgekeerd heerst bij veel instellingen nog de cultuur van uitvoeringsorganisaties van de overheid en wordt de ruimte om te ondernemen te weinig benut. In het krachtenveld tussen samenleving, overheid en markt staat de positie van de maatschappelijke onderneming voortdurend ter discussie. Deze is terug te voeren op de vraag: van wie is de maatschappelijke onderneming? Van wie is het vermogen? Wie legitimeert haar handelen? De maatschappelijke onderneming moet in dit krachtenveld haar weg zoeken en positie kiezen. Dat geldt ook voor de toezichthouders en