De zomer is voorbij en de Trippeltjes voelen dat er iets mis is in het bos. Het is een beetje leeg, een beetje stil en de blaadjes laten los. Het wordt de hoogste tijd om een wintervoorraad aan te leggen en lekker te gaan slapen in het warme hol. Maar daar voelen de kleine Trippeltjes - Jip, Joris en Jeroen - helemaal niets voor. `Wat!´ roept Jeroen, `geen zomer meer!´ Nou daar bedank ik voor. Geen bloemen, geen blaadjes, vriendjes meer? Dan ga ik ervandoor.´ En hoewel mama Trip ze het streng verbiedt, zijn ze opeens allemaal verdwenen. Waar zijn de kleine Trippeltjes van mama Trip? Ze rent en roetsjt door het bos, maar ze zijn weg. En daar gaat ze, mama Trip, heel treurig en alleen. Op zoek naar Jip, Joris en Jeroen.Bij dit klassieke, ontroerende prozagedicht over de Trippeltjesfamilie maakte Nicole de Cock nieuwe illustraties die door de tweekleurendruk een nostalgische sfeer oproepen. Daardoor passen ze zee goed bij de sfeer van het verhaal.Mies Bouhuys schreef bijna 100 boeken,