'Tropisch Noorden' vormt een poging om verschillende genres "tekst" in eenzelfde boek te bundelen, maar vooral ook hen op elkaar te doen aansluiten: het filosofisch-wetenschappelijke essay, in dit geval de analyse van de grote Engelse Tuin in Wörlitz, gelegen in het voormalige Oost-Duitsland én een meer literair ironisch reisverslag waarin de persoonlijke botsing op 'de oosterburen' wordt gethematiseerd als kritiek op, dan wel als herbevestiging van de vooroordelen van de auteur. Tegelijk wordt via verschillende ingangen geprobeerd om het anachronistische karakter van elke omgang met het verleden te verhelderen. Het verslag, kortom, van een reis in vijandelijk gebied door twee manke heren: schrijver dezes en collega kunsthistoricus Van Geest. Het geheel wordt afgerond met een ode aan ons Zeurend Lichaam.
