Als zoon van een piloot groeide William Langewiesche praktisch in de lucht op. Zelf bleek hij een cockpit-talent te zijn en vloog al op veertienjarige leeftijd solo. In Tussen de wolken verkent Langewiesche de genoegens en uitdagingen van het vliegen in zeven essays die afwisselend filosofisch, persoonlijk en journalistiek van toon zijn. Hij plaatst de mens in context, vertelt wat een piloot ziet, voelt en denkt als hij door het luchtruim vliegt. Tevens doet hij verslag van een eigen vlucht in zeer slecht weer, van vliegtuigongelukken, en laat hij zich kritisch uit over de invloed van het vliegen op de politiek, het milieu, de cultuur en de menselijke geest. Met Tussen de wolken brengt Langewiesche een ware lofzang op het vliegen, en maakt hij ons duidelijk hoezeer het vliegen onze kijk op de wereld en onszelf heeft veranderd.
