De nevels van het avondland is het afsluitende deel van een trilogie waarin de twintigste eeuw van het westen in al zijn aspecten en verschijningsvormen episch beschreven wordt. "Marinus Schroevers geeft in een studie van barokke omvang en plasticiteit inhoud aan het begrip tijdsgewricht. Hij laat de samenhang en diversiteit zien van de twintigste eeuw op grond van zijn diepgaand onderzoek naar hoe de cultuur in dit tijdsbestek zich 'anatomisch' had kunnen bewegen, ideëel had willen bewegen en tenslotte feitelijk heeft bewogen. Beweging en bewogenheid van een eeuw maken zijn trilogie tot een fascinerend panorama van honderd jaar menselijk tekort, dat ondanks alles de grandeur van kunst, wetenschap, filosofie en staatkunde bleef nastreven. Schroevers ambieert al met al het hersteld geheel en daarmee het verondersteld materiaal ten behoeve van de werkelijke vragen. Hij hervindt het dialectisch landschap." Emile Meyer.