Vader en dochters is een boek over twee opgroeiende meiden en een vader die verwonderd en bezorgd toekijkt. De eerste jaren is het luiers verschonen en wachten op de eerste tand en het eerste voetstapje, vervolgens komen Bert en Ernie, Sesamstraat en Pluk van de Petteflet, maar daarna begint het pas: ze krijgen praatjes en gaan de gekste vragen stellen. Steeds onvermijdelijker komt het moment waarop ze helemaal op eigen benen zullen kunnen staan, althans – dat denkt de vader. Hij ziet in een twaalfjarige al een jonge vrouw die belaagd wordt door verkeerde mannen en met weemoed denkt hij terug aan de jaren waarin ze neeg klein en onhandelbaar waren.