De oudste en mooiste tekst over de ondergang van Troje is de Aeneis van Vergilius (70-19 v. Chr.). Bij Homerus, aan het eind van de Ilias, is de Trojaanse oorlog nog in volle gang, pas bij Vergilius lezen we hoe de list van het Trojaanse paard de Grieken uiteindelijk de overwinning heeft bezorgd.Een van de verslagen Trojanen, Aeneas, de grootste held na Hector, zal de stichter worden van het Romeinse rijk.Maar aan het begin van de tweede zang van de Aeneis is het nog lang niet zover. Troje is gevallen. Slechts enkele overlevenden weten onder leiding van Aeneas de brandende stad te ontvluchten en begeven zich met hun schepen op weg naar een nog onbekende bestemming. Als hun vloot na een lange zwerftocht door een storm bij Carthago op de kust is geworpen, wordt Aeneas door koningin Dido vorstelijk onthaald. Dan, na de maaltijd, vraagt zij hem te vertellen over de val van Troje:Alle gesprekken verstomden, gespannen wachtten zij af.Daarop begon vorst Aeneas als volgt van zijn hoge divan: