Vasco heeft er schoon genoeg van steeds maar op reis te zijn en zijn leven te moeten wagen. Terug in Siënna is hij vastbesloten een punt achter zijn rusteloze verleden te zetten en volop van het leven te genieten - te meer omdat hij Sophia heeft teruggevonden, de Byzantijnse prinses op wie hij verliefd is. Maar dan ontvangt hij een verrassende boodschap van zijn oom Tolemeo! Zijn familielid dringt erop aan dat hij spoorslags naar Vlaanderen vertrekt om daar aanwezig te zijn bij het openen van het testament van wijlen baron Van Loo. Wat op het eerste oog een simpele formaliteit is, blijkt al spoedig een gevaarlijke missie te zijn. De erfenis wekt de hebzucht van de hele familie van de overledene. De Siënees begrijpt al weldra dat zijn aanwezigheid ongewenst is en dat men probeert hem uit de weg te ruimen. Blijkbaar is hij de zandkorrel in het raderwerk van een duister complot. Iemand op de achtergrond lijkt al deze heethoofden tegen elkaar uit te spelen. Maar wat erger is: de
