Ik wou dat ik eens twee weken achter elkaar ongestoord kon schrijven!’ riep ik op 9 augustus vanonderuit de aanrechtruimte in ons nieuwe keukengebeuren naar mijn vrouw omhoog. ‘Wat moet je dan schrijven?’ vroeg ze, kokend water op het koffiefilter gietend. ‘Twee weken maar!’ riep ik, terwijl ik met een hamer, waaromheen een washandje, de verstopte zwanenhals probeerde te ontproppen, ‘twee weken zonder al dit gezeur aan mijn kop!’ De volgende morgen werd ik, in een bed vol kussen, wakker als Veertigjarige. En dus verbleef Kees van Kooten twee weken in Grand Hôtel du Bragard in Gérardmer, een ‘helder, middeltuttig Frans toeristenstadje in de Vogezen’. De gevolgen waren nauwelijks te overzien. De evergreen Veertig is een geestig en ontroerend boek over een struikelende mens, vol dromen en illusies, kortom, een uiterst herkenbaar relaas over de condition humaine.