Er is een Man. Er zijn vrouwen. Hij bezit een kunde. Hij raakt bij hen binnen als een dief en verdwijnt dan. Sommigen duiken weer op, sommigen blijven stil. Maar telkens opnieuw gaat hij de confrontatie aan, een op een met een vrouw, tot er geen woorden meer nodig zijn en enkel de lijven overblijven. De Man stopt niet, omdat niemand hem tegenhoudt. Hij wil weten of het kan, of het mag, of `zomaar bestaat. Hij wil impact, hij wil die ene zijn bij zovelen, gedreven door de drang om met hen iets zeldzaams te beleven. En ze laten hem toe. Ze zoeken hem op. Ze aanvaarden zijn perversies en zijn wispelturigheid. Zij wel. Maar in een tijdperk waarin mannen en vrouwen zich even machteloos voelen en de schuld daarvan bij elkaar zoeken, is deze ene Man een probleem, een ongepast individu. Zijn drie visionaire boeken over de stand van onze wereld (Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij, Opnieuw en opnieuw en opnieuw en Massa) leverden Joost Vandecasteele (1979) een Debuutprijs en meerdere