Kadhar heeft parasieten in haar brein. Woorden dragen een andere betekenis voor haar. Een glimlach is een teken van verraad. Haar eerste man Klaas-Willem begrijpt niet waarom koeien 700 kilogram wegen hoewel ze enkel gras eten. Haar tweede man Otto neemt de urne van zijn overleden grootvader uit wandelen omdat hij een pedel beneden zijn waardigheid acht. Hun dochters schrijven hun namen met speeksel op de muur en poetsen hun schoenen met bananenschillen. In het eerste deel, 'Absurdistan', voert de auteur ons mee naar een deelgemeente van de vierde wereld. Kadhar volgt slaafs de bevelen op van de stemmen in haar hoofd, De maagd Maria en haar dienares Rita van Casia verleiden haar tot de dolste avonturen. Haar autistische echtgenoot gedraagt zich als een platgestampte kauwgom, verpletterd door de lucht. Hij onderneemt niets zonder de goedkeuring van zijn zwarte kater. Na veertien jaar ruilt ze hem in voor de mislukte schrijver Otto, die zijn gokverslaving cultiveert als een filosofische