Aan het begin van de moderne tijd geloofden velen dat de maatschappij werd bedreigd door een sekte, waarvan de leden zich tot de duivel bekenden. Het waren vooral vrouwen die men ervan verdacht dat zij tot dit genootschap behoorden. Men ging ze heksen noemen. Ze werden ervan beschuldigd dat ze geslachtelijk verkeer met duivels hadden, ze zouden pasgeboren kinderen aan Satan opdragen, ongedoopte zuigelingen doden om te voorkomen dat die de eeuwige zaligheid deelachtig zouden worden en allerlei andere wandaden verrichten. Die aantijgingen waren niet te bewijzen. Om de 'heksen' toch tot een bekentenis te brengen, werden ze op afschuwelijke wijze gefolterd. Vele tienduizenden vrouwen werden hiervan het slachtoffer en vonden de dood op de brandstapel. Hoe heeft de heksenvervolging zo'n omvang kunnen aannemen? Naar de socio-psychologische oorzaken hiervan heeft Lene Dresen een onderzoek ingesteld. Daarbij bleken drie onderling verweven maatschappelijke factoren een hoofdrol te spelen. Er