In'De verdachte oorboog' bezint Milo Anstadt zich op de ondoorgrondelijkheid van geluk en pech, die tijdens de Tweede Wereldoorlog dood of overleven van de joden bepaalden. Een verdachte oorboog (vermeend kenmerk van het joodse ras) kon fataal zijn, maar evengoed kon het geluk bepalen dat een verdachte de deportatie bespaard bleef. Milo Anstadt beschrijft in dit aangrijpende boek hoe het geluk aan zijn zijde was en hoe het hem en een aantal van zijn vrienden verging. In dit soms aan het absurdistische grenzende oorlogsverslag - waarin hij de lezer uitgebreid confronteert met vervolging, angst, tragiek, maar ook met verzet, durf en avontuur - ontbreekt elk zelfbeklag. Door zijn zakelijke en toch vaak ontroerende benadering slecht Anstadt de barrières die het de lezers van vandaag vaak zo moeilijk maken zich te identificeren met oorlogsslachtoffers.