‘Jij geeft alles kleur wat Ceausescu grijs heeft gemaakt.’ Roemenië, eind jaren ’. Remus woont bij zijn grootmoeder en werkt als schoenmaker. Hij droomt ervan een groot dichter te zijn. Maar dat is onmogelijk in zijn Roemenië, een land dat zwaar buigt onder het communistische regime van Nicolae Ceauescu. De ontmoeting met Florica, een traditioneel Roma-meisje, zet beide levens op hun kop. Florica smacht naar vrijheid, ver weg van een gedwongen huwelijk en de onwelkome avances van haar oom. Tegengewerkt door de geheime dienst en de familie van Florica besluiten ze te vluchten naar het vrije Westen. Ze belanden in Italië waar het immigrantenbestaan niet zo rooskleurig blijkt als gedacht. Ondanks alle tegenwerkingen doen ze er alles aan om te slagen. Florica gaat studeren en wordt een echte Italiaanse. Remus start een Roemeens restaurant. En juist als het leven hen eindelijk toelacht, slaat het noodlot toe. ‘Het blij uitzonderlijk in het vaderlands aanbod van debuten, zo’n