Lang dacht men dat de verhalen van Duizend-en-een-nacht van oorsprong Perzisch waren. Dit blijkt niet het geval te zijn. Deze verhalen zijn afkomstig uit verschillende Arabische landen en deels van het Indiase subcontinent. Sommige verhalen komen voort uit een Jaïnistische versie uit de 5e eeuw.[1]Gedeelten van deze verhalenbundel waren in Europa al bekend in de 18e eeuw. De oorspronkelijke verhalen waren erotisch getint. Hierdoor werd het verhaal in de Arabische wereld tot in de 20e eeuw niet als echte literatuur gezien, in tegenstelling tot in Europa. Toen de Britse avonturier en ontdekkingsreiziger Richard Francis Burton in 1850 een volledige en ongekuiste vertaling publiceerde, werd hij van pornografie beschuldigd.In later tijden (1885-1888) werden de verhalen uitgegeven zonder de erotische bestanddelen en werden ze populair als sprookjes voor kinderen en volwassenen. Overigens gebeurde dit met bijna alle sprookjes, dit is bijvoorbeeld duidelijk te volgen in de verschillende