Dat de stilte niet meer gehoord wordt. Mag in onze tijd een paradoxale gemeenteplaats zijn, voor een dichter (en eigelijk voor ieder mens) is de stilte nog altijd de bron van creativiteit. Tussen de voorgeboorte stilte en de laatste grote stilte speelt het leven zich af. Vertrouwdheid met de stilte wordt de mens aangeboren. De vervreemding daarvan is verlies aan menselijkheid en doemt de mens om onder te gaan in het daglawaai en in wat de dichter Adriaan Roland Holst noemt: 'De luidheid der velen'. De laatste grote stilte lijkt een absurd en zinloos fenomeen voor wie de vertrouwdheid met de stilte verloren heeft. Geen dichter kan leven zonder de stilte, de stilte in hem, die verwant is met de stilte in de natuur en in de kosmos, en die de metafoor is van de laatste stilte. Zonder stilte geen leven, geen taal, geen gedichten en geen gedachten. De laatste zijn taal verwant.