In deze, een der beste oorlogs- en avonturenromans ooit geschreven, tekent de auteur een groep jonge kerels, bijeengedreven tijdens het chaotisch einde van de Tweede Wereldoorlog, in het meest meedogenloze huurlingenleger ter wereld: het Franse Vreemdelingenlegioen… Wij volgen Robert Altmann op zijn twaalf jaar lange dooltocht door de Afrikaanse kazernes van het legioen, door de hel van de jungleoorlog in het voormalige Frans Indo-China en in de bloedige Algerijnse vrijheidsoorlog. Naast hem treden andere verloren zonen van Europa op: Duitse SS-ers, ontsnapte Witrussen, oudstrijders uit het Poolse verzet en talloze avonturiers. Om hen heen groeperen zich de officieren van het legioen, helden en monsters, elitesoldaten en machtswellustelingen, alsmede de partisanenvrouwen van Ho Tsji Minh, de meisjes van plezier uit de Algerijnse kasbah en de dancings van Indo-China. Door alle genadeloosheid heen, waarmee de schrijver de afgronden van diepe nood en verval onthult, treedt in de rauwe