P.A. Daum (1850-1898) hoort tot de belangrijkste auteurs uit de Indisch Nederlandse letterkunde. Zijn personages figureren tegen de achtergrond van de koloniale maatschappij, die hun gedrag, hun denken en vaak ook hun lot bepaalde. We leren hen kennen in hun carrièrestreven en roddelzucht, in hun 'ups' maar vooral in hun 'downs': het verval en de demoralisatie, de wanhoop en de eenzaamheid. In verlatenheid eindigt ook de planter James van Tuyll, hoofdfiguur van Uit de suiker in de tabak, die terugblikt op zijn levensloop vanaf het moment dat hij als jongeman in Indië kwam, totdat hij zich, een dertigtal jaar later geconfronteerd ziet met de brokstukken van een mislukt bestaan. Ook Hoe hij Raad van Indië werd (een sleutelroman!) bevat de geschiedenis van een carrière: het is die van de middelmatige ambtenaar Kees van den Broek, die dankzij de intriges van zijn twee achtereenvolgende echtgenotes omhooggedragen wordt op de Indische maatschappelijke ladder.
