Tienduizend mensen konden ze op de been krijgen, multinationals op de knieen. Menig parlementair debat is door hun toedoen aangezwengeld. De solidariteitsbewegingen met Zuidelijk Afrika hebben tientallen jaren een enerverend bestaan geleid. In De Vinger op de zere plek wordt hun geschiedenis geschreven. Alle belangrijke gebeurtenissen sinds 1961 komen aan bod, zoals de bevrijding van Angola en het Portugese verzet daartegen, het succes van de boycotactie van Angolse koffie en de oliecampagne tegen Shell. Het boek, met een voorwoord van Nelson Mandela, is gebaseerd op uniek archiefmateriaal en tientallen intervieuws. De auteurs laten zowel sympathisanten als buitenstaanders aan het woord, onder wie topmensen van Shell, Albert Heijn en Douwe Egberts. Daarbij wordt duidelijk dat de anti-apartheidsbeweging zich in de 35 jaar van zijn bestaan heeft weten aan te passen aan de veranderde maatschappelijke situatie en tijdgeest: niet te steun aan verzet staat nu voorop, maar de steun aan opbouw